“Volgens mij verstaat ze me niet”.
Ik was net de apotheek ingelopen. Er stond een mevrouw met een hoofddoek achter de balie en een oude mevrouw met een lichte bochel voor de balie. De oude mevrouw had net gesproken. Blijkbaar was ik de beoogde gesprekspartner.
“Ze verstaat me niet hoor”, zei de vrouw hard, terwijl ze zich omdraaide naar mij toe en zich stevig vastklemde aan haar rijdbare boodschappentas. De vrouw met de hoofddoek achter de balie keek mij vragend en redelijk machteloos aan.
De oude vrouw zuchtte diep. Er volgde een onuitspreekbare naam van een medicijn. De apotheker legde uit dat ze dat medicijn niet had, dat ze nog nooit van dat medicijn gehoord had. Waar het dan voor diende, dat medicijn, en of de mevrouw geen recept had van de dokter.
“Ze verstaat me niet hoor”, zei de oude vrouw nogmaals, hoofdschuddend. Langzaam begon ze zich gereed te maken om de apotheek te verlaten. Toen ze me passeerde, wenste ze me veel succes met ‘deze vrouw’. Ik wilde haar succes met zichzelf toewensen, maar hield me in.
Geef een reactie